donderdag 2 april 2009

Rik Torfs

Herzeele


Herr Seele, pseudoniem van Peter van Heirseele (Torhout, 13 april 1959) is een Vlaams kunstenaar, striptekenaar, programmamaker, scenarioschrijver, presentator, mediafiguur, pianostemmer, -hersteller en -verzamelaar.
Herr Seele studeert aanvankelijk in Torhout aan het Sint-Jozefsinstituut. Als zestienjarige gaat hij aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten studeren. Eerst de middelbare kunstopleiding, vervolgens één jaar beeldhouwen. Daarna leert hij pianostemmen en -herstellen in Wales, aan de Ystrad Mynach School, een tweejarige opleiding. Vervolgens volgt hij één jaar opleiding in Florence, Italië in restauratie.
In 1981 vangt hij, in samenwerking met Kamagurka de absurde strip Cowboy Henk aan, oorspronkelijk gemaakt voor de krant Vooruit (nu De Morgen). De gagreeks loopt ook in het weekblad Humo. Ook begint Seele dan een carrière als pianostemmer. Samen met Kamagurka wordt vanaf die tijd elk jaar een theatershow gemaakt in de geest van het absur-disme. Vanaf 1983 acteert Herr Seele voor televisie.
Daarnaast legde hij een verzameling vroege, historische piano's aan, die een van de belangrijkste ter wereld is en uit ongeveer 200 instrumenten bestaat. De collectie bevindt zich in Oostende.

Kamagurka




Kamagurka werd in 1956, in het druilige stadje Nieuwpoort, aan de Belgische kust, geboren.Hij studeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent maar stopte daarmee vòòr zijn eindexamen.
Hij begon te werken als cartoonist bij HUMO, een Belgisch weekblad, en vergaarde daar vlug roem mee.
Kamagurka publiceerde in verscheidene landen zoals Nederland (NRC Handelsblad, Vrij Nederland, Haagse Post Playboy, Esquire), Frankrijk (Charlie Hebdo, Hara Kiri), UK (Squib, The Spectator, Deadpan), Duitsland (Titanic, Suddeutsche Zeitung, Zitty, Eulenspiegel), Oostenrijk (Die Presse), USA (The New Yorker, National Lampoon, RAW) en veel andere... .
Hij deed verschillende shows op de Belgische en Nederlandse televisie, had een radioshow samen met Herr Seele (zijn levenslange metgezel) op Studio Brussel, en treedt het ganse jaar door op in Nederland en België. Hij schreef ook een kindersprookje en twee toneelstukken die werden opgevoerd in het NTG te Gent.
Kamagurka heeft meer dan 25 stripboeken uitgebracht, van Bert en Bobje tot Cowboy Henk. Als schilder heeft hij ook reeds geëxposeerd in verscheidene gallerijen in Nederland en België.

Arno


Na zijn 18de kiest Arno ervoor al zingend rond de wereld te trekken, alleen met zijn guitaar. Drie jaar later spoelt hij terug aan in Oostende.
Pas in 1980, met de groep TC Matic, komt de grote doorbraak. De groep slaagt erin bij EMI een contract los te weken, maakt vier albums, gaat op tournee, en scoort een paar hits, waaronder het bekende "Oh la la ..." dat het op adolescenten-fuiven nog steeds goed doet. Zes jaar later houdt TC Matic het voor bekeken.
Arno besluit het solo te wagen. Met de titel 'Charlatan' brengt hij zijn solo-debuut. Ook in de cinema is Arno een gevraagd type schrijver.
Arno blijft op en top avant-garde. Voor alle unplugged-trends slaagt hij erin met Charles et les Lulu de pure rock te belichamen. Ook zijn levensstijl wordt niet minder rock 'n' roll. In 1992 covert hij de Adamo-hit "Les filles du bord de mer".
Zijn doorbraak bij het brede(re) publiek gaat verder met zijn reeds vierde album Idiot Savants, dat zeer goed ontvangen wordt bij de bevriende pers.
Die bevriende pers, ondermeer het Belgische tv-blad Humo, bekroont hem een aantal keer tot Zanger van het Jaar en Beste Interview. In 1995 komt Arno à la Française uit. Opvallend is dat er wel een cover uitspringt, namelijk "Comme à Ostende" van Leo Ferré.

Baels


Mary Lilian Henriette Lucie Josephine Ghislaine Baels (28 november 1916 - 7 juni 2002) was de tweede echtgenote van de Belgische koning Leopold III, ze kreeg de titel prinses van Retie.
Lilian werd op 28 november 1916 geboren in Londen, waar haar ouders naartoe waren gevlucht. Ze was het zesde kind van Hendrik Baels, een ambitieuze Oostendenaar die het tot minister en in 1933 tot gouverneur van West-Vlaanderen bracht, en Anne Devisscher, notaris- en burgemeesters-dochter uit het West-Vlaamse Dentergem.
Leopold is nog maar 34 als in 1935 zijn vrouw, de immens populaire koningin Astrid (30) bij een auto-ongeval omkomt. Hij bleef alleen achter met drie kinderen: Josephine-Charlotte, Boudewijn en Albert. In januari 1941 liet koningin Elisabeth Lilian met haar eigen auto ophalen in Frankrijk. De eigenlijke reden was anders: Elisabeth wilde haar zoon "afleiding" bezorgen. Sinds het begin van de oorlog had die een psychische inzinking.
Elisabeth was tevreden, maar kort daarop consta-teerde ze "dat de remedie zeer zacht was en dat de patiënt maar moeilijk een eind kon maken aan de behandeling". Leopold had bij de capitulatie gezegd dat hij een krijgsgevangene zou zijn zoals zijn soldaten en hun lot wilde delen. Hij wou uiteraard zijn ontmoetingen met Lilian in zijn villa in Knokke geheim houden.

James Ensor

James Ensor was een Vlaams schilder, geboren te Oostende op 13 april 1860 en er gestorven op 19 november 1949. Hij wordt algemeen erkend als de belangrijkste vernieuwer van de moderne kunst in België.
Twee jaar later, hij was dan 28, in 1888, begon Ensor aan zijn "Intrede van Christus in Brussel", het meest spectaculaire werk van de jonge meester, dat nadien ook zijn roem zou uitdragen
over de wereld. Het werk was een jaar later echter niet af om op het Salon des XX geëxposeerd te worden.
Het was een indrukwekkend werk geworden van 2,58 m. hoog en 4,31 m. lang. Het bleef 30 jaar lang opgerold in zijn atelier, op de hoek van de Vlaanderenramp. Hij kon het eerst opspannen in 1917, boven zijn harmonium, toen hij verhuisde naar zijn nieuwe woning, in de Vlaanderenstraat. Dit huis, het huidige Ensor-huis, erfde hij van zijn oom Leopold. Toen het werk moest verhuizen voor de grote exposities van Brussel en Parijs, moest in 1929 eerst een stuk van het gevelbalkon afgebroken worden.
Eugène Demolder behoorde tot de kleine kring intellectuelen die het opnam voor Ensor. In 1892 schreef Demolder: "...De schilder Ensor (...) is een van de eersten in België die uitgedaagd is door de moderne zoektocht naar het licht.

donderdag 26 maart 2009

inleiding


Oostende is een plaats en stad van de Belgische provincie West-Vlaanderen, die ongeveer centraal aan de Belgische kust ligt. Oorspronkelijk lag het op een eiland (Terstreep) voor de Vlaamse kust, en was het het meest oostelijke dorp ervan (vandaar de naam). Aan de andere kant lag Westende.
In 1445 gaf Filips de Goede Oostende zijn toestemming om een haven aan te leggen. In 1572 nam het stadsbestuur de beslissing een verdediging rond de stad op te werpen. Deze verdediging werd voltooid met de toestemming en medewerking van de Hertog van Alva.
Op 4 juli 1601 werd Oostende aangevallen door de aartshertog Albrecht en aartshertogin Isabella. Oostende kon 3 jaar lang stand houden, maar moest uiteindelijk het bijltje neerleggen op 22 september 1604. Deze aanval wordt in de Oostendse analen neergeschreven als "Het driejarig beleg van Oostende".
Napoleon Bonaparte verhinderde tijdens de Franse bezettingsperiode (1792-1815) elke verdere uitbouw van de Oostendse haven. Het was pas in 1830, onder impuls van de eerste koning van België, Leopold I, dat de Oostendse zeehaven verder kon uitgroeien.
Dank zij de inspanningen van de Belgische koning Leopold II bloeide Oostende in het begin van de twintigste eeuw als geen ander. Het kreeg de bijnaam Koningin der Badsteden.


meer info op de website van stad Oostende